Gemeenteleden; consumenten, medewerkers of eigenaren?

Wellicht heeft u nog nooit zo naar uw gemeenteleden gekeken. Aan de andere kant kan het maar zo zijn dat u bij het lezen van deze titel direct terugdenkt aan afgelopen kerkenraadsvergadering. Want het maakt nogal een verschil hoe je over gemeenteleden denkt wanneer er gevoelige onderwerpen op de besluitvormingstafel komen te liggen. In wat je zegt, maar ook wat je besluit.

Gemeenteleden als consumenten

Meestal hebben we hier wat negatieve gedachten bij. Consumenten komen iets halen, de onderlinge band is afstandelijk en de ‘transactie’ moet ruimschoots in het voordeel spreken van deze ‘consument’. Entertainment, vermaakt willen worden, hapklare brokken, consumenten willen verwend worden tegen minimale kosten en inspanning.

Echter, in zekere zin zijn we allemaal consumenten. Want ook in de kerk zijn we ergens naar op zoek. Iets waar we naar verlangen, waarvan we hoopvol verwachten dat het onze diepste wensen zal vervullen. Hebben we ook juist niet zoiets in de kerk? Misschien niet volgens de wijsheid en trends van de wereld, maar een hoopvolle verwachting naar zingeving en vervulling is dat niet een kenmerk van een christen? Weten we als kerk nog betekenis te geven aan het Evangelie als medicijn voor de menselijke dramatiek?

Gemeenteleden als medewerkers

Bij medewerkers denken we gelijk aan de vrijwilligers in de kerk. Ze zijn er veel, heel veel. Ook buiten de kerk overigens. Verreweg de meeste vrijwilligers in Nederland hebben een christelijke en/of kerkelijke achtergrond. Ze helpen met allerhande werk in en rond de kerk. Aan de andere kant staat deze groep wel onder druk. Minder en minder gemeenteleden hebben tijd voor een vrijwilligerstaak. En vaste ‘medewerkers’, zoals voor de kerkenraad, zijn moeilijker en moeilijker te vinden. Om soms nog maar te zwijgen over de wijze van invulling van deze taak…..

Het belang van goede medewerkers is in het bedrijfsleven wel bekend. De continuïteit, productiviteit en daarmee de winst zijn er van afhankelijk. In het bedrijfsleven wordt er dan ook alles aan gedaan een goede werkgever te zijn en de meest talentvolle mensen te proberen vast te houden. Een duidelijke trend daarin is dat het salaris van deze belangrijke medewerkers een steeds kleinere rol speelt. Ruimte voor persoonlijke ontwikkeling, invloed op de ontwikkeling van het beleid, waardevolle ‘vriendschappen’ binnen het bedrijf en het ervaren van zingeving in de uitvoering van de taken worden belangrijker gevonden dan salaris!

Ik weet natuurlijk niet hoe u uw vrijwilligers in de kerk begeleidt, maar doorgaans worden bovenstaande waarden niet door vrijwilligers herkent in hun rol als ‘medewerkers’ in de kerk.

Gemeenteleden als eigenaren

Deze rol komt het meest duidelijk naar voren wanneer gemeenteleden denken ergens ‘recht’ op te hebben. Vanwege hun betrokkenheid, hun financiële bijdrage, of soms gewoon vanwege de gedachte dat je in de kerk kunt krijgen wat je wilt (daar is de kerk toch voor….). Deze rol kan ook naar boven komen, als gemeenteleden een zekere positie krijgen, bijvoorbeeld in de kerkenraad. Helaas zijn de voorbeelden te veel waar dit gedrag heeft geleid tot (ernstige) conflicten.

Aan de andere kant komen we dit ook tegen wanneer de spanning toeneemt van een dreigende sluiting van de kerk. We zien dan de verworteling met het (recente) verleden en/of de momenten van herinnering zoals trouwen, doop en uitvaarten. Mensen zijn onderdeel geworden, ze zijn de kerk. Meestal onbewust, maar op deze momenten soms zeer beladen zichtbaar.

De eerste groep zal hun ‘recht’ moeten loslaten en zichzelf moeten hervinden in dienstbaar zijn. De tweede groep zal ook wat moeten loslaten, maar mag nieuwe grond vinden in de hoop en verwachting van een nieuwe tijd.

Een beetje ‘marketing-wijsheid’

‘Een klacht is een negatief geuite wens.’  Deze ‘wijsheid’ gebruik ik nog regelmatig in het gesprek met kerkenraden. Want klachten en klagen komt nog steeds meer voor dan complimenten en bemoedigingen. Maar praten over de klacht lost meestal niet het hele probleem op. Als het vuur geblust is, blijf je nog wel met de resten zitten. Praten over wat men eigenlijk wenst, opent een breder perspectief, want achter dat perspectief klinkt ineens een persoon. Een persoon met innerlijke wonden en een verlangen naar geborgenheid en herstel.

Praten over veranderingen, gaan nog te vaak over het oplossen van problemen en het blussen van brandjes. Echte verbeteringen komen er pas wanneer men elkaar leert kennen als ‘schapen zonder herder’. Want uiteindelijk zijn we allemaal mensen en hebben het Evangelie nodig om te leren volgen achter de grote Herder aan, Jezus Christus.

Nu het kerkelijk seizoen weer is begonnen wens ik u veel zegen toe en daarbij heel goede kerkenraadsvergaderingen.